Gras
Gras gaat over de schrijver Walter Goossens, die worstelt met zijn de betekenis van zijn schrijfwerk en met zijn gevoelens voor zijn vrouw Rian. De vijf kinderen van Walter en Rian zijn inmiddels het huis uit en kijken door de zorgzaamheid van vooral hun vader terug op een warme jeugd.
Walter en Rian blijven in een kille verstandhouding achter in hun grote huis. Rian doet de tuin, Walter probeert te schrijven, ondanks Rians onverschilligheid voor zijn werk en zijn eigen twijfels over de waarde ervan.
Walter maakt zich zorgen over de richting waarin zijn schrijfwerk gaat. Zijn teksten beginnen wrang en boosaardig, zoals Rian het noemt, te worden. Rian krijgt er lucht van en voor het eerst bemoeit ze zich met het werk van haar man. Ze schrijft zijn uitgever een brief waarin ze hem vraagt om het nieuwe werk niet uit te geven.
Na Walters onverwachte dood, die Rian erg aangrijpt, komen de kinderen naar huis om haar bij te staan. Ze missen hun vader en helpen elkaar en hun moeder bij het verwerken van zijn dood. Ze praten over hem en denken na over wie hij was en wat hij voor hen betekende. Guus, de jongste zoon, buigt zich over Walters onuitgegeven werk. Op zijn advies leest Rian fragmenten van het boosaardige, laatste werk van haar overleden man.
Roman, 291 blz.