Amira

Daar ging ze weer. Later kroop ze bij hem in bed. Hij sliep nog steeds naakt, maar Amira sinds kort met een slipje en lang shirt. De blote huid die hij voelde was warm, ondanks de fietstocht door de donkere stad. Of juist dankzij, want aan haar ademhaling te horen, had ze snel gefietst. Vast omdat het koud was en niet omdat ze zo vlug mogelijk bij hem in bed wilde liggen. Amira had ander bedgezelschap.

Niet haar vriendin Elin, bij wie ze de laatste tijd vaak op bezoek ging. Het ging niet goed met die vriendin en Amira’s gezelschap deed haar goed. Dat was wat Cas te horen kreeg van zijn vrouw. Elin speelde het spel mee. Als ze op bezoek kwam, ineens minder vaak dan voorheen, mocht hij er niet over beginnen. Hij groette, vertelde luchtig hoe het met hem ging, trok zich terug en liet de vrouwen over aan hun gekeuvel. Een samenzwering, vond hij, maar omdat Elin Amira’s en niet zijn vriendin niet was, nam hij haar niets kwalijk. Ze was leuk gezelschap voor zijn vrouw, maar lucht voor hem.

Dan was er haar vrolijkheid. Haar stemming was zoals in het begin van hun relatie, alleen verzonk ze vaker in zichzelf. Ze was tevreden, gelukkig, en droomde weg om te reflecteren op haar gelukzaligheid. Zo zag hij dat. Geliefden delen dat gevoel, maar doordat Amira dat niet deed, wist hij genoeg. Hij was niet langer de geliefde die haar leven vervolmaakte.

Om zeker te zijn, keek hij op haar telefoon. Hoe onnozel kun je zijn, dacht hij. Als je iets verzwijgt, verberg het dan goed. Hij heette Niek en uit de berichtjes maakte hij op dat ze hem kende van de sportschool. Uit de spelfouten en de onnozelheid van de berichtjes maakte hij op dat hij niet de slimste was. In haar foto-app vond hij foto’s van hem: steeds in sportkleding of met ontbloot bovenlijf. Het leek een knappe vent. Hij was vast grappig en lief, want met minder nam Amira geen genoegen. Hij overwoog even om die Niek een raar berichtje te sturen alsof hij Amira was, maar omdat hij de uitkomst van de grap niet zou opmerken, was het zinloos. En hij gaf zich bloot. Voorlopig zou hij doen alsof hij van niets wist.

Cas was er behoorlijk nuchter onder, maar niet toen het vermoeden hem plotseling besprong en voelde als de werkelijkheid. Hij was er kapot van. Haar trouweloosheid en liefdeloosheid tolden rond in zijn hoofd. Hij twijfelde over zichzelf, twijfelde over haar, mijmerde over verloren jaren en over de illusie van geluk, dat hij al die tijd had gekoesterd. Maar die ellende duurde niet lang en Amira merkte er niets van. Hij had na een benauwende paar uur de conclusie getrokken. Zijn huwelijk was verwoest, vernield, verpulverd en verdwenen. Hij zat bovenop de puinhopen en keek uitgeput wat er met het gestrande schip ging gebeuren.

Hij hield zijn mond en omdat hij gehaaider was dan zijn vrouw, zorgde hij ervoor dat ook zijn lichaamstaal niets los liet. Zijn gewoonten bleven wat ze waren, zijn manier van doen veranderde geen steek en zijn gevoel, dat nu en dan met hem op de loop ging, hoe kon het anders, legde hij het zwijgen op voordat het tot uitdrukking kwam. Hij bleek er een meester in te zijn. Stoïcijns, noemden ze dat. Het enige dat doorsijpelde naar de zintuigen van zijn vrouw, die trouwens behoorlijk afgestompt waren voor zijn boodschappen, was dat hij minder praatte. Hij wist het, maar kon het niet helpen. Hij wijdde het aan vermoeidheid. Misschien de leeftijd, misschien een virusje dat hem te pakken had en dat niet tot wasdom wilde komen. 

‘Maar maak je geen zorgen. Ik slaap in het weekend uit. Ik heb dat wel vaker.’

Amira vond het best. Zij stapte overheen zijn lamlendigheid heen en zoals al heel lang het geval was, interesseerde het haar verder niet. 

‘Na het eten ga ik naar Elin.’

‘Hoe is het eigenlijk met haar?’

‘Niet al te best. Moe, futloos. Ze heeft dat wel vaker, zegt ze. Met een rustig weekend en goed uitslapen, krijgt ze het er wel onder. Misschien een virusje.’

Hij hoorde zijn eigen smoes terug en Amira had niets in de gaten. Ze had maar half geluisterd en was vergeten dat het zijn uitvlucht was. Omdat niet iedereen tegelijk futloos en moe kon zijn, herpakte hij zich en deed alsof hij weer de oude was. Maar meer praten kreeg hij niet voor elkaar. Gelukkig was dat ook iets dat Amira niet merkte, want ze was vol van haar eigen verhalen over werk, vriendinnen, winkelen, de tuin, de inrichting van het huis en haar familie dat ze zijn aandeel in het gesprek niet miste. Ze was niet te stuiten. Dat kreeg je als je seksueel bevredigd was. Het wekte een haast hysterisch gelukzaligheid op, die geweldig voor haar was, maar ergerlijk voor haar omgeving. Zeker voor hem, omdat hij wel haar man, maar niet de oorzaak was. 

Haar interieurplannen zouden niets opleveren. Herinrichten was het laatste dat hij zich op dat moment op zijn hals zou halen. Ze kon ze bewaren voor haar volgende huis, waarin ze met haar sportieve, leeghoofdige vriend ging hokken.

Amira kroop tegen hem aan en legde haar been over zijn been. De seksuele prikkeling die van haar lijf uitging, was verdwenen. Cas liet niet merken dat hij liever niet fijngeprakt werd, want dat was wel het geval. Hij had al eerder overwogen om door met haar te vrijen de toestand even te vergeten, maar hij kreeg het niet voor elkaar. Zijn eigen lijf floot hem terug en nadat hij dat een paar keer had gemerkt, gaf zijn wil het op. Ze frunnikte wat aan zijn geslacht, maar het was plichtmatig. Hij merkte dat het haar niet interesseerde en zij merkte dat het hem koud liet. Ze begon er een keer over. Wat ze niet zei, was dat het aan haar lag, wat de gebruikelijke gedachte is bij onzekere vrouwen. Onzeker was ze niet, want daar maakte de seks met haar onnozele vriend korte metten mee. Ze vroeg of er iets met hem was. Hij knikte en probeerde dat futloos te doen.

‘Misschien moet ik me eens laten onderzoeken. Ik ben sneller moe dan vroeger. Moe, futloos: dat soort dingen.’

‘Zal ik een afspraak voor je maken bij de huisarts?’

‘Dat doe ik wel zelf.’

Dat was Amira’s manier om lief te zijn. Ze had ook wel in de gaten dat hij nauwelijks meer een rol speelde in haar leven. Hij hield gewoontes in stand: hij was de gewoontes die ze niet meteen kwijt wilde raken. Hij lag in bed als ze in bed stapte, hij deed boodschappen en stofzuigde en als ze een ongedwongen gesprekje wilde over helemaal niets, dan was hij er. Ze waren getrouwd, dus als ze deed zoals ze altijd deed, was dat afdoende. Ze hoefde zich niet uit te sloven om de boel te onderhouden.

Cas sloofde zich ook niet uit. Hij was nooit erg attent geweest, maar nu had hij alle reden om het helemaal niet meer te zijn. Hij vroeg wat ze nodig had uit de winkel, maar als ze iets vergat te noemen dat ze doorgaans altijd wilde, nam hij het niet mee. 

‘Ik heb het nog wel gevraagd. Het stond niet op het lijstje.’

‘Ik eet het elke dag.’

‘Ik neem alleen mee wat op het lijstje staat en dat stond niet op het lijstje.’

‘Omdat je het niet hebt opgeschreven.’

‘Omdat jij het niet hebt gezegd toen ik het vroeg.’

Ze kon zich er niet druk om maken en hij onderging een kleine triomf. Hij deed was hij moest doen, maar dat extra beetje attentheid kon ze vergeten. Hoe attent was ze zelf met haar gedoe met die vent? Maar hij zorgde ervoor dat zijn desinteresse in haar binnen de kaders van de gewone slijtage van een huwelijk bleef. Hij wilde niet dat ze ging vermoeden dat hij iets vermoedde. Hoewel er geen sprake meer was van een vermoeden. Hij had het bewijs aangetroffen op haar telefoon. Wat ze zei en deed wees in dezelfde richting. Hij, hun huwelijk, het leven dat ze samen hadden opgebouwd: het was duidelijk dat het niet meer de kern van haar leven was.

Ze stapte in de douche terwijl hij douchte. 

‘Zal ik je inzepen?’

Hoewel hij dat net zelf had gedaan, zei hij dat ze haar gang mocht gaan. Een reactie die overeenkwam met wat hij wilde, zou teveel blootgeven. Ze zou beledigd zijn of hij zou moeten uitleggen. Hij kon het niet van zich afzetten dat de zachte zeephanden van Amira waren, zijn vrouw van oudsher, die hetzelfde deed bij haar sportfiguur in de doucheruimte van de sportschool. Het voelde alsof hij werd bediend door een vrouw die het als routine deed. Ondanks dat hij zijn geslacht in toom hield, raakte het geprikkeld. Zelfs dat pleegde verraad, dacht hij. Anders dan gewoonlijk, bleef hij passief. Amira nam het voortouw en ze had niet in de gaten dat dat voor het eerst was. Gewoonlijk nam hij het heft in handen nadat zij de aanzet had gegeven. Dat vond ze fijner, maar haar sportvriend had vast andere behoeften. Ze was in de war en haalde hen door elkaar. Het zal wel de douche zijn, dacht Cas.

De seks in de douche bevredigde. Even overwoog hij de boel te accepteren en gebruik te maken van haar seksuele honger, die blijkbaar groter was dan voorheen, en haar seksueel initiatief, dat een nieuwe fase in haar intieme leven aanduidde. Ze droogde hem af en hij ervoer dat overbekende lijf dat naakt voor hem kronkelde, als mooi en uitdagend. Hij kon haar meetronen naar hun bed en was in staat om nogmaals te vrijen. Maar dat ging te ver, bedacht hij op tijd. Voordat hij zich had losgemaakt uit haar aandachtige handen, was iedere erotische gedacht om zeep geholpen door de feiten. Ontnuchteren was beter dan zichzelf voor de gek houden, besloot hij. De volgende keer zou hij haar weerstaan.

Er kwam geen volgende keer, zelfs geen poging in de douche. Als Amira diep in de nacht thuiskwam, nestelde ze zich met haar koude lijf gekleed in shirt en slip tegen hem aan. Vanwege de warmte, wist hij. Soms kriebelde ze over zijn onderbuik en speelde ze met zijn geslacht, maar ook als het had gewerkt, had ze het geen gevolg gegeven. Haar gefriemel voelde mat want even daarvoor was ze volledig aan haar trekken gekomen. Hij deed niet mee en zij gaf het op voordat het was begonnen.

‘Na het eten ga ik naar Elin.’

‘Ze vindt het vast heel fijn dat jij er voor haar bent.’

‘Op dit moment is er niets waar ze blij van wordt. Een en al ellende. Maar juist dan kun je een vriendin niet in de steek laten. Het is niet leuk bij haar, maar wat wil je?’

‘Goed van je dat je dat niet doet, ik bedoel haar in de steek laten. Is ze in therapie?’

‘Daar voelt ze nog niets voor. Als ik erover begin, slaat ze meteen dicht.’

Elin die dichtslaat: daar kon hij zich niets bij voorstellen. Amira hoopte vast dat hij haar niet bij toeval zou tegenkomen, want ze waren vast vergeten om hun verhalen af te stemmen.

‘Hebben haar ouders nog een rol?’

‘Die ouders zijn deel van het probleem. Elin voelt zich achtergesteld bij haar jongere zus, die veel meer aandacht en vrijheid kreeg.’

‘Het klassieke probleem.’

‘Vast wel, maar Elin zit er maar mooi mee.’

Cas maakte het zijn vrouw lastig. Er was geen reden om hem niet in vertrouwen te nemen. Dat had ze altijd gedaan, zodat hij alles wist over haar vriendinnen. Maar omdat er met Elin niets aan de hand was, moest ze iets verzinnen. De waarheid was gemakkelijk te onthouden, verzinsels werden al vlug een warboel. Hij betrapte haar op tegenspraken, maar ging er niet op in. Het vermaakte hem en het bevestigde dat er iets behoorlijk mis was met de schijn die ze ophield. Een vriendin helpen en dat drie avonden per week! Belachelijk. Sinds wanneer was de vrouw die een hele avond achter de laptop zat om een tafeltje voor naast de bank uit te zoeken, de sociale goedheid zelve geworden? Dat was ze dus niet, want met haar overspel was ze egocentrischer dan ooit. Ze bleef in karakter: dat moest hij toegeven.

Het was onvermijdelijk dat Cas zich afvroeg wat het hele gedoe met hem deed. Aanvankelijk was hij boos. Toen teleurgesteld in Amira, daarna in zichzelf. Hij was blijkbaar niet genoeg voor haar. Daarna was hij verontwaardigd. Zij was wel genoeg voor hem. Waarom hij dan niet voor haar? Hoe kwam ze erbij om naast hun knusse leven nog meer te willen? Waarom wilde ze na al die jaren huwelijk ook de spanning van de leugens en het verraad, seksuele avonturen, een ander soort aandacht van een man en de onzekerheid die ze in hun huwelijk bracht? Waarom wilde zij weer twintig zijn en moest hij genoegen nemen met de sleur en voorspelbaarheid die nu eenmaal bij hun leeftijd hoorde? 

Cas was geen piekeraar. Hij kon verdraaid kordaat zijn en ijskoud als het nodig was. Hij doorliep de gebruikelijke fasen die bij overspel horen in verrassend korte tijd. In feite in een paar dagen omdat die fasen zich niet strikt lineair afspelen, maar door elkaar gewoven en golvend. Ze wellen op en verdwijnen weer. Afgewikkelde fasen laten echo’s achter, waardoor het gemoed terugslingert naar een toestand die afgewikkeld lijkt. Maar na die paar dagen was het klaar. Hij concludeerde dat zijn huwelijk reddeloos was verloren en dat hij het niet anders wilde. Maar hij concludeerde ook dat hij niet degene was die de lont zou aansteken om het kruit te laten ontbranden. Laat haar dat maar doen, dacht hij. Laat haar er maar achter komen dat ze het schip achter zich heeft verbrand en dat wat zij aanziet voor een huwelijk niets meer dan een schim ervan is. Dankzij zichzelf.

Amira kookte, ruimde de tafel af en vroeg of hij de afwas wilde doen omdat zij naar Elin ging. Waarom vroeg ze dat? Hij deed altijd de afwas. Het masker van onveranderlijkheid begon barsten te vertonen. Zonder dat ze het in de gaten had, veranderden haar gewoontes. Of gebeurde dat voorheen ook en had hij het nooit eerder opgemerkt? Op zaterdag ruimde ze de zolder op. Ze riep hem toen het klaar was en hij zei dat ze het goed had gedaan, dat hij er blij mee was en dat hij nog blijer was dat hij niet had hoeven helpen. Ze lachte en verschoof de stapel met opgevouwen verhuisdozen. Die kwamen binnenkort van pas, dacht hij zuur. Als ze haar spullen pakte, kon ze haar druiloor die dozen laten sjouwen. Cas zorgde ervoor dat hij niet thuis was en als hij terugkwam was het huis half leeg en helemaal van hem. De hypotheek stond tenslotte op zijn naam. De details regelde hij als ze van de schok was bekomen, want want hij op dat moment al zag aankomen, was voor haar nog verborgen in de toekomst. De nabije toekomst, wist hij, want de afschrijving van zijn huwelijk ging sneller dan hij ooit had kunnen denken.

Respect was hetgeen dat vervolgens door de gootsteen verdween. Het stiekeme gedoe en de leugens zette zijn vrouw in een onverwacht en weinig vlijend licht. Verzwijgen was het laatste dat je in een relatie deed. Het was juist de plek waar je je diepste gevoelens deelde, hoe wrang die ook waren. Hij had haar zijn minachting voor zijn ouders opgebiecht, zij had haar nare ervaringen met een schoolvriendje onthult. Als je ging liegen, vree je zonder je kleren uit te trekken. Je partner streelde de stof van je truitje en masseerde je sokken en niet je huid. Je genitaliën waren nog onbereikbaarder, want die werden beschermd door twee lagen stof. Het werd een vrijpartij die niets voorstelde, die geen intimiteit en geen overgave aan de ander opleverde. Want hij wist inmiddels waar het bij seks om draaide. Het ging om de instemming van de vrouw om onvoorwaardelijk van haar lijf te genieten, wat je er ook mee deed. Amira deed alsof. Ze had haar instemming herroepen en aan haar sportvriend gegeven. Ze gaf hem seks, maar bedekte die met leugens. Hoe kon ze nog respect verwachten?

Vervolgens verdwenenen de warme gevoelens. Wat zij hem teruggaf, was nep. Het leek hetzelfde als voorheen, maar zonder overtuiging. Ze zat naast hem op de bank en ze dacht aan de sportschool. Ze praatten tijdens het eten over onbenulligheden en ze luisterde niet naar wat hij zei. Hij vroeg wat haar plannen voor het weekend waren en ze zei dat ze dat al had gezegd, terwijl ze dat niet had gedaan. Langzaam werd ze een vreemde.

Vervolgens verschenen de irritaties. Ze spoelde haar koffiemok uit met warm water. Ze deed halve wassen. De stofzuiger raakte ze nooit aan en als ze het deed, moest hij opdagen om de slang leeg te maken, want ze zoog alles op wat op haar weg kwam. Ze mishandelde de steel alsof het een bezem was. Ze pakte iets uit een keukenkastje en zette het niet terug. Ze maakte troep. Wat vroeger een charmant en ontwapenend teken was dat ze zich thuisvoelde in hun huis en bij hem, was niets anders dan rondslingerende troep geworden.

Tijdens het rouwproces begon er bij Cas een toekomst zonder zijn vrouw te dagen. Maar nog steeds liet hij niets merken. Dat was zijn manier om het heft in handen te houden. Het merkte dat zijn lust weerkeerde. Ze was nog steeds appetijtelijk en de halfslachtige pogingen tot seks hadden hem voorheen nooit gehinderd. Zij begon, zodat hij wist dat hij door kon gaan, en dan kreeg ze er zin in. Omdat hij niet eeuwig moe en futloos kon zijn en omdat hij het in feite niet was, nam hij de uitnodiging aan toen ze zich midden in de nacht tegen hem aan schurkte. Ze was koud en een beetje lamlendig, maar dat weerhield hem er niet van haar shirt en slip te verwijderen en als vanouds haar lijf te koesteren. Ze ging erin mee. Ze hadden gemeenschap en het besef dat hij zijn vocht op een plek deponeerde waar een ander het even daarvoor had achtergelaten, vuurde hem op een agressieve manier aan. Het leek op hun vrijpartijen in hun verliefde tijd. Het leek alsof er iets hersteld werd, of er iets nieuws was gevonden in hun relatie. Maar ze sliepen dat verkwikkende gevoel weg, want ze stonden op zoals ze de avond ervoor aan de eettafel hadden gezeten. Zij met haar gedachten niet bij hem of hen, hij met zo min mogelijk gedachten aan haar of hun situatie. Hij dacht aan een opgeruimd huis ontdaan van snuisterijen en overbodige rommel.

Cas voelde zich niet schuldig over het misbruik dat hij maakte van zijn vrouws lijf. Vrijen hoorde in een huwelijk een verklaring van liefde te zijn, minstens een teken van affectie. Geen van beide was het geval. Hij fingeerde gevoel voor zijn vrouw. Tijdens de seks vergat hij dat het veredelende gevoel er niet was, maar ervoor of erna zat hij er niet mee. Voor zover zij vond dat hij moest weten, was er niets aan de hand. Er was nog steeds een huwelijk met de bijbehorende en vanzelfsprekende gevoelens. Zijn ware gevoel ging haar niets aan. Het recht daarop had ze verspeeld zodra ze had ingestemd met de aanrakingen van die vreemde vent en met haar leugens erover. 

Soms dwaalde zijn fantasie naar de douche in de fitnessclub. Hij vroeg zich af wat ze deed of toeliet dat ze hem, haar partner van jaren, onthield. Het was lang geleden dat hij dagdroomde over seks met Amira.

De teloorgang van zijn huwelijk was niet alleen de teloorgang van zijn seksuele leven. Het was meer. Een roerloze toekomst glipte als zand tussen zijn vingers. Hij keek niet uit naar de onrust die de breuk en vervolgens de zoektocht naar en het opbouwen van een nieuwe relatie met zich bracht. Jezus! Op zijn leeftijd viste hij in een andere vijver dan toen hij Amira aan de haak had geslagen. Zij was indertijd in haar prime, zoals de Engelsen dat noemen. Mooi, levendig, avontuurlijk, enthousiast en geen greintje slijtage. Vrouwen van zijn leeftijd stonden aan de voorvond van dat lange proces van aftakeling. En het gros was besproken. En bij het overschot was er allicht een mankement in hun karakter of gedrag dat een duurzame relatie frustreerde. Zoals de verraderlijke aard van zijn eigen vrouw. Als ze hem bedroog en beloog, hoe kon haar sportschoolfiguur dan trouw en toewijding verwachten? Het was vast de reden dat mensen zich door krakende huwelijken worstelden. Ze wisten wat ze aan elkaar hadden. Ze kenden elkaars gebreken. Nieuwe partners hielden die verborgen tot het te laat was.

In feite was het een zorg voor later. Hij zou eerst een tijd zonder Amira zijn. Hij kon de banden met zijn vrienden aanhalen, en ook die met zijn familie. Die zouden hem zielig vinden en hun hart en eettafel voor hem openstellen, zodat hij zich daar niet druk om hoefde te maken. Misschien kenden zijn zussen een leuke vriendin die schuldloos was gescheiden, er nog goed uitzag en na een gezellig etentje voor hem viel. Deze keer zou hij wat zorgvuldiger zijn in zijn keuze, al was het de vraag hoe hij dat moest aanpakken. Wie kon de diepste kloven van het menselijke karakter peilen, waar de drang tot verraad, liegen en overspel zich schuilhield? Amira had hem wat dat betreft volkomen verrast. Het had jaren gevergd om haar ware aard te ontdekken en het was bij toeval aan het licht gekomen: niet door een groeiend inzicht in de aard van zijn vrouw.

Als hij nog bewijs van haar overspel nodig had, werd het hem op een presenteerblaadje aangereikt. Anders dan elke jaar begon ze niet in januari over hun zomervakantie. De voorpret was voor haar het hoogtepunt. Vakanties vielen altijd tegen en vroegen om een gekunstelde opgewektheid om er ondanks alles het beste van te maken. Hotelkamers die kleiner waren dan op de foto’s en zonder uitzicht, zwembaden die het grootste deel van de dag gesloten waren wegens vervuild water, onbetaalbare restaurants, uitstapjes met ordinaire lui naar toeristenfuiken en overvolle vliegvelden. Na elke vakantie besloten ze het volgende jaar te gaan kamperen in Drente, want daarvan wisten van tenminste tevoren dat het een afknapper werd. Toen Amira’s gedoe nog niet was begonnen, mijmerde ze over Egypte en ze hadden hun vakantiepotje al wat vergroot. Cas begon erover: in feite om haar uit de tent te lokken.

‘Je had het laatst over Egypte.’

Ze keek hem vragend aan.

‘Vakantie? Op tijd boeken, anders zitten we weer in zo’n luizig hotel?’

‘Hoe bedoel je?’

Amira maakte de vakantiekeuzes en inplaats van anekdotes over hun vakantie-ellende, waar ze achteraf smakelijk om konden lachten, werd hij vergast om een mild verontwaardigde blik.

‘Je wilt toch niet zeggen dat Aruba een paradijs was. Ben je vergeten dat we twee keer van kamer moesten wisselen voordat we zowel water als wifi hadden?’

‘Op vakantie moet je concessie’s doen. Anders kun je beter thuisblijven in je luxe bubbel.’

Ze zei het alsof ze hem bedoelde. Tot nu toe had ze zich erop toegelegd om aardig te zijn, maar het masker vertoonde een scheurtje. De enige verklaring die Cas kon bedenken, was dat haar vakantieplannen deze keer niet met hem waren, maar met haar nieuwe speelkameraad. Ze begonnen te kibbelen en dat was niet meer voorgekomen sinds ze had aangepapt met die kerel. Of was er een kink in de kabel? Leerde ze hem kennen en beviel het haar niet? Was de seksuele glans vergaan? Had ze verborgen gebreken ontdekt, want iedereen heeft die. Was de nieuwheid en de aandacht die ze genereerde niet meer afdoende om de gebreken weg te poetsen?

‘Als je niet meer weet dat je naar Egypte wilde, dan doe we het niet. Het lijkt me een vreselijke toeristenpoel en het stinkt er nog erger dan in India. Cairo is de smerigste stad van Afrika.’

Amira nam het op voor de machteloze Egyptenaren en Cas overwoog intussen of hij haar terugwilde als het met haar nieuwe vrijer spaakliep. Nee, was zijn aanvankelijk antwoord. Ze had hem afgedankt en dat had duidelijk gemaakt wat zijn waarde voor haar was. Maar als haar overspel niet had plaatsgevonden, zou hun geluk en hun waardering voor elkaar onverstoord voort zijn gegaan. Dan zouden ze plannen maken voor de vakantie en alle teleurstellingen overwinnen omdat ze samen waren. Wie weet zeiden ze aan de voet van een piramide tegen elkaar dat ze eindelijk toe waren aan kinderen.

Hij suste het gekibbel over vakantiebestemmingen en liet niets merken. Hij begon scherp te letten op tekens die wezen op het verval van het overspel. Hij gaf het twee weken, maar er veranderde niets. Nog steeds ging ze vier keer per week voor Elin zorgen, bracht de hele zondag met haar door en schoof evenzoveel avonden koud en moe en gekleed in hemd en slip in bed. Vrijdagavond dacht hij met gevrij informatie los te krijgen, maar ze was niet meer of minder gewillig dan anders en niet meer of minder betrokken. Als hij lekker bezig was, verzonk ze gewoonlijk in een dromerige, passieve stemming, waar hij gek op was. Dat deed ze toen ook, maar of ze genoot van wat hij deed of droomde van haar seksknaap kon hij niet peilen. De afgrond van de menselijke geest. De zwarte doos. Er gaat iets in en er komt iets uit, maar wat zich er afspeelt, blijft verborgen voor ieder ander. Hij wist er alles van, want een zwartere doos dat hij was er niet.

Na die twee weken onderzoek vervolgde hij zijn gestage afschrijving van zijn vrouw. Alles, dus ook zijn huwelijk, ging voorbij en dat was een proces dat niet langer te stuiten was. Liefde, als het daar om ging, was niet terug te winnen, net zozeer als het opbranden van een kaars niet ongedaan kon worden gemaakt. Daar kwam bij dat hij zich niet aan een nieuw begin met haar wilde wagen. Daarvoor moest eerst al Amira’s gedoe boven tafel komen en daar had hij geen zin in. Al die aandacht die ze dan naar zich toe trok, de valse spijt waarmee ze hem lastig viel, de afzichtelijke bekentenissen over haar seksuele uitspattingen en het stiekem verlangen waarmee ze er op terugkeek. En dan de schuld die ze op hem zou laden, want hij was tenslotte degene die haar niet tevreden had gesteld en daarna het geluk met haar nieuwe kerel had verwoest. Samen met het eeuwige wantrouwen was dat geen goed uitgangspunt voor een nieuw begin. Dan liever opnieuw met iemand anders.

Maar toch. Ze hadden een goede tijd gehad. Ze hadden verdriet gedeeld over hun kinderloosheid en pas geleden hadden ze zich laten onderzoeken. Ontspannen, was het advies van de arts en wie weet was ze inmiddels zwanger. Hij had van haar gehouden. Na een periode van vanzelfsprekendheid, had hij steeds opnieuw van haar gehouden. Hij vond het fijn om bij haar thuis te komen. Na een dag op het werk zag hij haar thuis en dan besefte hij dat van duizenden het deze vrouw was van wie hij hield. Dat had weinig te maken met wat ze zei of deed. Het ging om wie ze was. Ze was nog steeds wie ze was, al was hij niet te spreken over wat ze zei en deed. Ze zei niets over wat ze hem aandeed, dus ze loog, en wat ze deed was de kern van hun huwelijk verraden door met een ander in bed te kruipen. Een spreekwoordelijk bed, want op de sportschool was iets dergelijks vast niet voorhanden. 

Was hun gedeelde verleden en hun zielsverwantschap genoeg om over haar ontrouw heen te stappen en verder te gaan alsof de gaten nu eenmaal in de weg hoorden. Wilde hij haar terug?

Cas hoefde er zijn hoofd niet over te breken. Amira nam de beslissing voor hem. Het was ’s avonds aan de eettafel en anders dan hij verwachtte, maakte ze geen aanstalten om naar Elin te gaan. Ze bleef zitten terwijl hij afruimde. Hij dacht aan de afwas en aan het boek dat hij ging lezen zodra de keuken aan kant was. Hij zat op de bank, een kopje espresso erbij, en na de koffie maakte hij het zich gemakkelijk door te gaan liggen en te verdwijnen in het boek. Als hij er genoeg van had, ging de televisie aan. Cas was er trots op dat hij een van die zeldzame mensen was die nog las. Door aan tafel te blijven zitten en onduidelijkheid te scheppen, verstoorde Amira  zijn avondroutine. Hij vroeg dan maar of ze ook koffie wilde.

‘Lekker.’

In de keuken stond hij voor het lawaaierige koffieapparaat. Belachelijk duur was dat ding, maar het was nu eenmaal een trend en Amira had die niet kunnen weerstaan. Typisch voor haar dat ze haar leven grotendeels liet leiden door anderen. Ook in bed duiken met een ander was iets wat vrouwen van haar leeftijd gewoon waren te doen, volgens de hippe bladen. En mannen, trouwens.

Hij zette de espresso’s op tafel en ging zitten. Wat kon hij anders doen? Ze nipte van haar koffie en zei niets. Hij begon over Elin.

‘Een stuk beter.’

‘Redt ze zich al een beetje zonder jou?’

‘Een stuk meer.’

Ze kreeg het niet voor elkaar om de leugen te versieren met details. Ze had iets op haar lever. Ze begon met iets vreemds te zeggen.

‘Heb je even tijd?’

Hij zat daar en ze wist heel goed dat hij de hele avond op de bank ging doorbrengen. De afwas kon wachten. Zij was degene die de laatste maanden na het eten zo nodig meteen weg moest. Een tikje sarcasme kon hij niet laten.

‘Al mijn vrienden zijn gezond, dus…’

‘Ik wil iets met je bespreken.’

Hij wilde zeggen dat hij dat al had geraden, maar haar stemming zei dat hij beter zijn mond kon houden. Niet uit angst voor haar ontstemming, maar uit respect voor haar ernst. Daar had hij de laatste maanden trouwens goed op gelet. Ondanks alles was hij respect voor haar blijven tonen, anders werd hem dat later nagedragen.

Amira draaide er omheen. Het was heel erg voor hem en ze had er spijt van en ze vroeg of hij haar wilde vergeven. Net als vroeger in de kerk, dacht hij. Hij bleef onaangedaan. Hij speelde of hij niet wist waar ze het over had, dus enige vertoon van emotie was niet op zijn plaats, ook niet van de blijdschap die hem ondanks alles te pakken nam. Eindelijk kwam het eruit.

‘Er is een ander. Beter gezegd, er was een ander.’

Hij zette grote ogen op omdat hij op dat moment dacht dat dat gebaar het beste verbazing uitdrukte. Eigenlijk wilde hij er verder niets meer over horen en zich alleen maar verheugen over haar terugkeer naar hem, maar die vreugde paste niet, omdat hij van niets wist. Hij moest boos zijn, maar hij was geen acteur. Zijn boosheid om haar verraad had hij al een paar maanden eerder afgewerkt. Hij reageerde laconiek, maar paste er voor op dat ze dat niet opvatte als onverschilligheid. Niets zeggen en in zichzelf keren was de aangewezen weg. Hij hield zich van den domme. 

‘Dus het gaat niet slecht met Elin?’

Daar zei ze niets op. Ze wilde te graag het verhaal over haar vreselijke gedoe kwijt, zodat ze vergeving kreeg, en zou beurtelings in tranen zijn en verontwaardigd. Verontwaardigd over wat zij hem had aangedaan, welteverstaan.

‘Jij verdient dit niet’, zei ze.

‘Ik wist van niets.’

‘Ik wil je niet kwijt.’

‘Ik jou ook niet.’

Er volgde vergeving en verzoening en Cas vond het lastig om te veinzen dat haar bekentenis hem zo erg had aangegrepen als het had moeten doen. Na het vrijen die avond, wat er heftig en intiem aan toe ging, had hij bijna bekend dat hij het al die tijd had geweten, maar hij vond één biecht op een avond genoeg.

Uit: Wel...