Marco
Yvon vroeg aan Marco of hij dacht dat José iets had gemerkt. José was Marco’s vrouw. Zelf zou ze het meteen merken als haar man vreemdging, zei ze. Er bleef een vreemde geur hangen, of hij rook juist fris omdat hij op een ongebruikelijk tijdstip had gedoucht. Of hij liep rond met een engelachtige glimlach en zijn stemming was dagenlang zonnig zonder dat ze wist hoe dat kwam. En dan het definitieve bewijs; hij kon niet klaarkomen als ze vreeën.
‘Die proef gaat bij ons niet op’, zei Marco. ‘We vrijen alleen als ik ermee begin en als ik dat een tijdje niet doe, hoopt ze stiekem dat het moment is aangebroken dat het voorgoed voorbij is. Heeft Jan iets door?’
‘Die is nog te stom om iets in de gaten te hebben als hij me betrapt in ons eigen bed.’
Yvon deed of ze helemaal niets meer om Jan gaf, maar als dat zo was, deed ze niet al die moeite om wraak te nemen. Jan was vreemdgegaan en Marco was Yvons vergelding. Marco begon dat te vermoeden toen Yvon uit de doeken deed hoe het zat tussen Jan en haar. Vanaf toen was hij bang dat hij er in een ruzie tussen Yvon en Jan met de haren zou worden bijgesleept en dat dan alles voorbij was. Dat was heel vervelend, want vrijen met Yvon was het fijnste wat hem sinds lange tijd was overkomen. Of erger: dat Jan het nodig vond om het aan José te vertellen. Of misschien was dat minder erg en moest het op een of andere manier van komen. Voor hem was vrijen met Yvon geen wraakneming, maar een boodschap aan José en wel een heel eenvoudige. Ik ben er ook nog. Maar als José het nooit hoorde, was het een mooie boodschap.
Al lang voordat hij iets met Yvon had, had Marco besloten dat hij zichzelf de vrijheid gaf. Trouw zijn lag weliswaar in zijn aard, maar José was begonnen met het schenden van de overeenkomst die het huwelijk hoorde te zijn. Ze had geen tijd voor hem en dat had tot gevolg dat hun omgang, vooral in bed, verliep in ingesleten patronen, die het plezier de das omdeed. Ze had zo weinig tijd dat hij er niet eens aan toe kwam om er met haar over te praten. Dat wilde hij eigenlijk ook niet, want hij wilde haar aandacht niet afleiden van haar werk dat haar lust en leven was.
Ruziemaken met José leverde trouwens niets op. Ze was te toegeeflijk. Ze zei meteen dat hij alle reden had om ontevreden te zijn, dat het haar schuld was en dat ze haar leven zou beteren. Hij kreeg een lieve kus als bezegeling van haar voornemen. Maar de volgende dag was alles weer als vanouds en hij kon niet opnieuw haar tijd verspillen om haar daarop te wijzen. José veranderen was even hopeloos als een rijpe appel ervan overtuigen aan de boom te blijven hangen. De appel wilde het best proberen, maar de natuur was sterker dan de wil.
José vroeg niet veel: niet meer dan een zorgeloos gezinsleven en daar stond Marco garant voor. Dat was zijn deel van de overeenkomst. Omdat hij zich al jaren gewetensvol aan hun verbond hield en zijn vrouw niet, vond hij dat hij dat deze ene keer niet hoefde te doen. Ook omdat het zo vreselijk belangrijk voor hem was om zich met behulp van seks weer een man te voelen. Hij mocht van zichzelf de gelofte van trouw verbreken. Dat was zijn beloning voor goed gedrag, voor het veiligstellen van hun warme gezinnetje. Als ze het niet te weten kwam, stoorde het José niet, want zo was ze.
Marco had al jaren geleden en vele keren opnieuw besloten dat een beetje ontrouw ten bate van de seksuele lust hem gegund was. Steeds in het luchtledige, want er had zich nooit een gelegenheid voorgedaan waarin hij echt moest beslissen. Hij verwachtte dat het zich zou voordoen als een stom toeval dat zou voorvallen voor hij er erg in had en dat hij niet eens een beslissing hoefde te nemen. En zo ging het.
Yvon belde aan. De kinderen waren op school en hij stofzuigde. Hij herkende Yvon van het schoolplein. Haar Steffie had bij hen gespeeld, wanneer was het, dinsdag, wist hij het weer, en ze was haar jasje vergeten. En omdat ze het de volgende keer dat ze kwam spelen vast weer vergat, want zo zijn kinderen, kwam ze de jas zelf maar ophalen.
Marco stond in de deuropening met het jasje in zijn hand en ze praatten over school. Hij vond haar erg knap. Ze rook naar zeep. Ze zag eruit alsof ze net uit de douche was gestapt en vlug wat kleren had aangetrokken. Hij hield van die achteloosheid. Een vrouw was het mooist als ze puur was, als ze het niet nodig vond zich op te smukken of te versieren. Haar primitieve aantrekkelijkheid overrompelde hem en hij hield zich goed door aandachtig te luisteren en op het goede moment vriendelijk te knikken. Intussen stelde hij zich voor dat hij met haar vree, want verder dan zijn verbeelding kwam het toch niet en over een kwartiertje was de gelegenheid verkeken.
Wilde ze thee? Of koffie? Hij zei het voor hij er erg in had en dat was maar goed ook, want anders had hij het niet gedurfd.
Ze kwam binnen met een stralende lach, deed haar jas uit en liep mee naar de keuken. In al die jaren van fantaseren was er nog nooit een echte vrouw binnengestapt. Had zij ook fantasieën? Zou het uitlopen op echt vrijen? Terwijl hij water in de ketel liet lopen, bedacht hij hoeveel tijd hij had. Genoeg. Desnoods tot de kinderen 's middags uit school kwamen. Hij pakte kopjes en de suikerpot. Vrouwen hielden van mannen die huishoudelijke taken deden, als hij José's vriendinnen moest geloven.
Toen hij zich omdraaide, zag hij haar borsten in een strak truitje. Hij wilde haar vastpakken en kussen en wenste dat alle belemmeringen die hun omgeving en zijn schuchterheid hem oplegden in een oogwenk zouden verdwijnen.
Ze zaten aan de keukentafel en ze merkte vast dat hij haar opnam, maar dat vond hij niet erg. De gelegenheid waar hij jaren naar had uitgekeken, had op eigen houtje aangebeld en dat mocht die gelegenheid best weten. Maar de werkelijkheid van fatsoen en angst bleef aandringen en lijmde hem vast op de keukenstoel. Ze dronk haar thee op, kletste nog wat, pakte het jasje van Steffie, deed haar eigen jas aan en was weg. Voordat dat gebeurde, moest hij iets doen, iets laten merken of iets zeggen.
Hij begon met besluiten dat hij haar mocht. Dat was fijn, maar ook lastig. Ze kon hem door aardig te zijn op het verkeerde been zetten. Het was bezopen om een vrouw te bespringen omdat ze aardig was. Zou ze nog aardig zijn als ze 's avond José belde om te melden wat haar was overkomen op de keukenvloer die hij naderhand zo zorgvuldig had gedweild? Ze praatte zo onbekommerd en gezellig dat hij zich ineens niet meer kon voorstellen dat ze hetzelfde dacht als hij. Hij zag geen enkel teken dat hij met een beetje goede wil kon uitleggen als bedwongen lust.
Ze dronken een paar koppen thee. Toen hij merkte dat hij niet meer naar haar luisterde en spanning en verlangen zijn gezond verstand murw hadden gemaakt, stond hij op. Met de theepot in zijn hand liep hij om de tafel heen. Yvon zei even niets. Ze zocht naar het zinnetje dat haar vertrek in gang zette. Hij zette de theepot op het aanrecht. Hij draaide zich om en stond naast haar stoel. Het werd de grootste blunder van zijn leven. Hij kreeg een duw, een klap en een uitbrander. José hoorde ervan en hij kon zijn koffers pakken. Hij boog zich voorover alsof hij iets van tafel wilde pakken, draaide zijn hoofd en keek haar van vlakbij aan; nog durfde hij haar niet aan te raken. Ze maakte het hem gemakkelijk. Ze week niet terug. Haar ogen zeiden dat ze begreep wat hij wilde en dat zij het misschien ook wel wilde. Dat dacht hij tenminste. Hij kuste haar.
'Goh', zei ze.
'Heb je zin -'
'Hier of boven?'
Weken later geloofde Marco het nog niet. Hij geloofde dat het aan de gang was, maar niet dat het ooit was begonnen. De kloof tussen verzinsel en daad, die hij jarenlang voor zich had gezien, was onoverbrugbaar. Dat hadden die jaren van geduld hem geleerd. De les die hij van de werkelijkheid kreeg, bracht hem daar niet vanaf. Hij was zonder nadenken over de kloof gestapt en was veilig aan de overkant, waar hij werd beloond met opwinding, genot, genegenheid en warmte. Maar het was ook de kant van de kloof waar leugens en bedrog voor het oprapen lagen. Hij was aangekomen aan de overkant, maar hij geloofde niet dat je over die kloof heen kon stappen zonder erin te donderen.
Na het vrijen vielen Marco en Yvon ineengestrengeld in slaap. De wekker zou hen ruim voor het einde van de schooltijd wekken en hij droomde zorgeloos verder. Hij wist niet waar hij was. De wereld was niet grauw als op een bewolkte dag, maar geel, wit en zacht. Hij voelde de warmte van Yvons huid en haar zachte lippen op zijn gezicht. Ze kuste hem. Ook nadat ze waren klaargekomen, wilde ze hem nog. Hij was gelukkig. Het was alsof hij dreef op een opiumroes, wat dat ook mocht zijn. En eventjes vond hij het niet erg dat hij in José's bed lag tussen haar spulletjes in haar kamer, want het kwam hem op dat moment toe. Het was heel weinig, maar ook zo ontzettend veel; zo belachelijk weinig voor José die van niets wist, maar hartverscheurend veel voor hem die het onderging. Het was een geschenk dat twee mensen elkaar gaven en dat verder niemand iets kostte. Het was een overeenstemming tussen twee lijven die elkaar warm hielden, tussen twee harten die geen kwaad in zin hadden. Hij wilde het zo graag dat hij het hoorde te krijgen. Yvon ook.
Ze praatten verder over school en kinderen terwijl ze zich aankleedden en de slaapkamer opruimden, zodat José niets zou merken. Heel achteloos hadden ze het over de vrijpartij. Yvon zei ze dat het voor haar hetzelfde was als voor hem. Ze droomde al heel lang van een lieve man, want Jan was op haar uitgekeken en zij zo ongeveer op hem.
'Vorig jaar heeft hij mij bedrogen. Op vakantie nog wel, maar ik ben er al overheen. Maar het blijft Jan en - nou ja, hij is niet jou. '
Ze kuste hem en ze lieten zich op bed vallen en rolden ineengestrengeld over het dekbed. Voor uitkleden hadden ze geen tijd meer, dus betastten ze elkaar door hun kleren heen alsof ze verlegen pubers waren.
Bij Jan weggaan ging te ver, zei Yvon toen ze het dekbed opnieuw rechttrokken, want ze kon het nog steeds goed met hem vinden en de kinderen waren er ook nog. Maar ze gunde zichzelf een man met wie ze een keer of wat kon vrijen, alleen al om te kijken of er nog leven in haar onderlijf zat.
‘Bij mij hetzelfde’, zei Marco. ‘Maar ik denk niet dat één keer genoeg is om er zeker van te zijn.’
Ze waren samen klaargekomen en voelden dat ze elkaar door en door kenden. Ze spraken de volgende dag nadat ze de kinderen naar school hadden gebracht bij haar af.
‘Kom door de poort, dan hoeven de buren zich niets in hun hoofd te halen. Een witte poort naast een muurtje met klimop. Ik laat hem open.’
Na die eerste kus in de keuken, na de eerste aanraking, ging alles vanzelf. Het was allemaal vanzelfsprekend. Hij streelde haar schouder en zij legde haar handen op zijn middel. Hij bedacht of hij wel met overtuiging kon vrijen, maar voor haar gold hetzelfde, dus als het een teleurstelling werd, zouden ze erom lachen. Hij voelde onder haar oksel en toen voelde hij de zijkant van haar borst. Dat moment was geweldig. Het herinnerde het zich als het mooiste moment van zijn leven omdat het alles beloofde wat zou volgen. Hij had nooit meer verlangen, genegenheid, lust en geluk in een kluwen samengesmolten gevoeld. Een vreemde borst die hem gul werd aangeboden. Een vrouwenlichaam dat hem werd geschonken. Een vrouw bij wie hij zich niet hoefde te schamen dat hij haar begeerde.
Meteen was dat gevoel wederkerig en dat maakte hun omgang behaaglijk als een warm bad na een zware dag.
Marco had niet verwacht dat hij door met een ander te vrijen meer naar zijn eigen vrouw ging verlangen. Afgezien van de portie levenslust die Yvon hem gaf en die hem in staat stelde vaker klaar te komen dan hij ooit had gedroomd, was het José’s lichaam dat hij opnieuw ontdekte. Ze was zachter en voller dan Yvon. Ze kwam weliswaar nooit klaar, maar dat vond ze niet belangrijk en ineens kon hij zich daarbij neerleggen. Ze genoot ervan dat hij klaarkwam, zei ze altijd. Ineens geloofde hij dat en er viel een last van hem af.
José vond het grappig dat hij vaak wilde vrijen. Ze liet hem zijn gang gaan en net als vroeger flirtte ze met hem. Ze knipoogde en als de kinderen het niet hoorden, zei ze dat ze vroeg naar bed ging. Misschien zou ze eerst nog douchen. Dat betekende dat hij bij haar onder de douche mocht komen om haar in te zepen en dan zouden ze in de douche of nog nadampend op hun bed vrijen.
Hij zei er niets over tegen Yvon. Tussen Yvon en hem moest alles blijven zoals het was. Het was een wankel evenwicht. Als er een barst kwam in de kristallen bol waarin ze hun beweegredenen en rechtvaardigingen hadden verstopt, viel alles aan duigen.
Uit: Pelgrims