‘Pas op, meneer!’
‘Wat?’
‘U staat op het graf. Ik weet niet of dat erg eerbiedig is.’
‘Snorremans vindt het niet erg. Hij was er de man niet naar om zich druk te maken om kleinigheden.’
‘Maar toch, meneer.’
‘Toen jouw vader nog niet geboren was, las ik Nietzsche al, jongen. Vertel me alsjeblieft niet hoe ik me moet gedragen bij zijn graf. En laat me met rust!’
Berger vroeg zich af waarom hij een hooghartige indruk op de jongen wilde maken. Gewoonlijk stond hij niet met zijn grote voeten op een graf en het was geen opzet, dus waarom maakte hij er zo'n punt van? Waarom deed hij alsof hij en verder niemand het mocht doen en of het betekenis had? Omdat hij dat dacht?
‘Ga terug naar de auto.’
Het was een vriendelijk verzoek en toen de jongen naar de poort van het kerkhof liep, deed Berger een paar passen achteruit. Hij keek naar de grafsteen en probeerde te ontwaren wat er verder door hem heenging. Niet het gebruikelijke sentiment dat paste bij een bezoek aan de laatste rustplaats van de grote denker. De hel zal nooit meer hetzelfde zijn nadat Friedrich Nietzsche daar is aangekomen, dacht hij. God was een sul die zich gemakkelijk liet loochenen, maar Satan was andere koek.
Wie echter de fundamentele aandriften van de mens onderzoekt, in zoverre ze hier als inspirerende geniussen een rol hebben gespeeld, zal constateren dat ze alle al eens wijsbegeerte bedreven hebben - en dat iedere afzonderlijke aandrift zichzelf maar al te graag als laatste doel van het bestaan en als legitiem meester over de aandriften wil opwerpen. Want iedere aandrift is heerszuchtig: en in die hoedanigheid tracht hij te filosoferen.
‘Stel je voor’, zei Clegg, ‘vreemdelingen en slaven. Het is nog niet genoeg dat Domitianus wordt vermoord door slaven en vreemdelingen, ze slagen er zelfs in om de hoogste posten van het rijk te bezetten. Hadrianus en Trajanus waren Spanjaarden! Opgeklommen uit de rangen der legioenen. Geen spruiten uit oude en aanzienlijke Romeinse families, maar mannen die zich door hun verdienste hadden onderscheiden. Waar bleef de glorie van het oude Rome, de republiek van het volk? Het is vreemd om te beseffen dat er keizers voor nodig waren om Rome werkelijk democratisch te maken. Het volk maakt zich los van de voorname families en trok de macht aan zich in de vorm van de soldaten-keizers. En natuurlijk werd het zijn ondergang. Het lijkt erop dat de democratische gezindheid onuitroeibaar is, want telkens als er wanorde en verval is, steekt het zijn lelijke kop op. Het is een treurige zwakte waarbij het menselijke geslacht zich zal moeten neerleggen.’
Berger keek de leuterende Clegg aan als een onderwijzer zijn klas en dat was voor zijn gespreksgenoot het teken om zijn mond te houden.
‘Hoe kom je aan die wijsheid, mijn beste?’
Iliios gaat over oorlog. In vijf episodes worden verschillende aspecten van de oorlog geschetst: van de strijd om zich te handhaven in het woeste Amerikaanse westen van de negentiende eeuw tot de naweëen van de Tweede Wereldoorlog.
Roman, 125.000 woorden, 5 delen
1997 - 2017 - 2025
Online gepubliceerd 2025
© Dion Delahaye
diondelahaye@gmail.com