‘Dat zit erop’, zei Clarice.
‘Zeg dat wel’, zei Emile tegen zijn vrouw, die bordjes opstapelde en het bestek in broodmandjes verzamelde. Hun jongste dochter Mignon was die dag getrouwd en het feest had plaatsgevonden in de grote tuin van het ouderlijk huis. Omdat Mignon en haar man Hilaire als huwelijksreis een week naar Majorca zouden gaan en omdat Hilaire het huwelijk al duur genoeg had gevonden, hadden ze een nachtvlucht geboekt. Mignons broer Romain en zus Yanicka hadden hen naar het vliegveld gebracht en om de wachttijd feestelijk door te brengen, waren alle jongelui meegegaan. Zodra het vliegtuig vertrok, zouden ze de stad ingaan en daar zonder de vers gehuwden het feest voortzetten.
‘Op eigen kosten, want anders kun je beter naar huis gaan’, had Hilaire gezegd.
Nadat het bruidspaar en de jongelui na het eten waren vertrokken, waren ook de andere gasten naar huis gegaan. De ouders van Hilaire reden terug naar Nancy en familieleden en buren stapten in hun wagens of liepen naar huis. Romain en Yanicka hadden hun moeder beloofd om mee te helpen met opruimen, maar dat was lastig als ze op het vliegveld waren. Meegaan naar het vliegveld was een plan dat op het laatste moment hun vriendelijke aanbod om te helpen had verdrongen.
De Perrins woonde in Rozelieurs, een vriendelijk stadje in de Elzas, niet ver van Nancy en midden in de beboste heuvels. Perrin had een goedlopende winkel in ijzerwaren en gereedschap en zijn vrouw hielp nu en dan in de winkel en deed de boekhouding. De oudere kinderen studeerden in Parijs, maar Mignon had daar geen trek in gehad. Nadat ze haar middelbare school had afgerond, hielp ze haar ouders thuis en in de winkel, tot ze zich verloofde en het druk kreeg met het inrichten van haar eigen huis. Hilaire had een goede baan bij een bedrijf in het stadje en met hulp van zijn ouders had hij een huis in een prachtig gelegen nieuwe wijk van het stadje kunnen kopen. Het huis had een grote tuin en uitzicht op de heuvels. De Perrins waren verheugd dat Mignon dicht bij hen bleef wonen.
‘De jongelui zouden toch helpen met opruimen?’
‘Ze komen morgen helpen’, zei Clarice.
‘Dan valt er ook nog wel iets te doen. De tafels en stoelen moeten gestapeld worden en de tuin opgeruimd. Maar nu zal ik je wel helpen.’
Zonder nog veel te zeggen ruimde de Perrins de tafels leeg. Het was een warme dag geweest, maar vroeg op de avond verschenen er donkere wolken boven de heuvels in het westen, die de ondergaande zon grotendeels verborgen. Als er een gat in het wolkendek ontstond, hulde de tuin zich in een warmrode gloed. De Perrins liepen het huis in met spullen, stapelden de afwas op in de keuken en legden de versieringen in de bijkeuken, want alles wat niet nat mocht worden, moest naar binnen, besloot Clarice.
‘Dus alles, behalve de tafels en stoelen.’
Levenslessen is een verzameling korte verhalen die de alledaagse omstandigheden waarin mensen zich kunnen bevinden belichten. Doorgaans bevatten die omstandigheden milde levenslessen. De verhalen zijn vlot en luchtig geschreven. De personages reageren doorgaans voorspelbaar, maar soms verassend, op de milde beproevingen die hun weinig enerverende leven voor hen in petto heeft.
Tien korte verhalen, 123.000 woorden
2017
© Dion Delahaye
diondelahaye@gmail.com