‘Dit is de laatste keer dat we deze deur achter ons dichttrekken’, zei Joost.
Margo zei niets, maar liep het tuinpad af terwijl ze op haar telefoon keek. Zo was het en zo zou het voorlopig blijven. Margo hield de boel op gang en hij zorgde voor het sentiment. Sven en Luca zaten al in de auto en Margo nam plaats achter het stuur. Ze namen afscheid van hun oude huis, want ze waren verhuisd. Met elke kilometer die ze reden werd de kloof tussen hun oude en nieuwe leven groter. Dat soort overwegingen mijmerde Joost in zichzelf terwijl niemand iets zei. Hem viel vooral op hoe stil de nieuwe en enorm grote wagen van Margo wel was. Het ding hoorde bij haar nieuw baan en daar hoorde ook een salaris bij dat zijn vader, die overdreven gezegd zijn hele leven had gezwoegd voor een loon dat zijn gezin in leven hield maar niet meer, een hartverlamming had bezorgd. Het was een salaris dat hen alles verschafte wat ze konden wensen: de machtige auto, nog een auto die speciaal voor hem was, een villa in een lommerrijke wijk, zoals dat werd genoemd, verre vakanties, een volle koelkast en vanaf nu voor hem een overvloed aan vrije tijd, want hij had zijn baan opgezegd, want voor het geld hoefde hij niet meer te werken. Het was Margo’s idee geweest dat hij de komende tijd rustig aan ging doen.
‘Ik hoop niet dat je je in je mannelijkheid aangetast voelt als we je inkomen niet nodig hebben. Dat zou wel erg ouderwets zijn.’
‘Mijn vader zou het niet hebben overleefd.’
‘Gelukkig is het niet meer vroeger.’
Margo blonk de laatste tijd niet uit door originele gedachten of uitspraken, maar dat hoorde blijkbaar bij een functie waar de maatschappij het loon van vijf bouwvakkers voor verschafte. Als de maatschappij je zo goedgunstig gezind was, hoorde je geest haar helemaal toe en dacht je zoals iedereen dacht. Het was het minste dat je kon doen.
Joost ging de andere kant op, want zonder baan was zijn vrijheid compleet en belette niets hem om te denken wat hij wilde. Maar Joost was geen kunstenaar of intellectueel, dus de resultaten van dat vrije denken beloofden niets bijzonders. Hij had zijn meningen over wat er zich op de aardbol afspeelde, maar meestal kwamen zijn gedachten niet verder dan de heg rond zijn tuin. Die tuin was trouwens in een klap een stuk groter geworden. Hij hield niet van in de tuin werken. Anders dan werd beweerd, was het hard werken en niet geschikt voor bejaarden of mensen die een baan hadden. Toen ze hun villa gingen bekijken, voelde hij de bui al hangen. Margo hield namelijk wel van tuinieren en begon te bedenken wat ze allemaal met de tuin konden doen.
‘Laten we even duidelijk zijn’, zei hij. ‘Jij hebt zelfs geen tijd meer om de kliko buiten te zetten en ik hou niet van tuinieren. Dus als je allerlei plannen voor de tuin hebt, zul je er ook bij moeten bedenken wie dat gaat uitvoeren. Als ik zo’n elektrisch ding krijg, wil ik nu en dan het gras maaien, maar dan is het welletjes.’
‘Ik dacht helemaal niet aan jou, We laten het doen. In een wijk als deze kun je moeilijk zelf in de tuin aan de slag, behalve om het een beetje bij te houden. Ik regel het. Ik bel een paar bedrijven voor een offerte.’
Sinds ze door het bedrijf was aangenomen, was Margo nog voortvarende dan ze al was. Ze was een vrouw die dingen gedaan kreeg en dat was fijn op haar werk, maar Joost en de jongens kregen er soms genoeg van. Het ene moment was er een vaag plan en het volgende moment stonden er een paar bouwvakkers in huis om een verloren hoek om te toveren in een inbouwkast. Joost moest meetekenen voor de koop van het nieuwe huis en de hypotheek, maar hij voelde zich een onbeduidend aanhangsel van zijn vrouw, die het gesprek voerde, de beslissingen nam en alles betaalde.
Tijdens de bijeenkomst bij de bank vroeg hij zich af hoe het zou zijn als de balans nog meer verstoord zou zijn. Nu hij naast Margo in haar dure wagen zat terwijl zij reed, vroeg hij zich dat nog steeds af, maar in sterkere mate, omdat het beslissende moment inmiddels achter hem lag en de doorslaggevende ervaring een autoritje voor hem.
De jongens en hij mochten beslissen wat ze te eten bestelden. Met hun laptop op schoot zaten ze naast elkaar op de bank in de enorme woonkamer. Margo, en Joost was het ermee eens, vond dat kinderen in de welvaart van hun ouders mochten delen. Als er een inkomen met vier nullen binnenkwam, sloeg het nergens om kinderen af te schepen met zakgeld van een halve euro en ze maanden laten sparen voor een stukje speelgoed. Joosts ouders hadden gemeend dat ze de jongens vreselijk verwenden, maar die leefden niet meer en toen was het een andere tijd. Margo vond dat ze hen immuun maakten voor materiële zaken door ze op dat vlak te bevredigen.
‘Wij kopen toch ook alles wat we willen. Als ze krijgen wat ze nodig hebben, hoeven ze er niet meer naar te verlangen. Dan kunnen ze aan andere dingen denken. Maar wel binnen de redelijkheid.’
‘Dat denken aan andere dingen, bedoel je. Hoe controleren we dat?’
Margo was haast Spartaans en Joost had ook geen bijzondere behoeften. Het gevolg was dat de jongens prima sportspullen hadden, goede fietsen, mooie kleren die ze niet waardeerden, ieder een laptop en een paar spelcomputers met de bijbehorende televisie’s op hun kamer. Zakgeld kregen ze niet om te voorkomen dat ze wrekken werden, want volgens Margo werd je dat als je geld en je behoeften niet op elkaar aansloten. Volgens Sven had iedereen de spullen die zij hadden, dus waar deden ze er zo interessant over? Joost had van thuis een andere boodschap meegekregen. Je werkte voor iedere cent die je uitgaf en uitbuitende kinderarbeid diende om de waarde van geld te leren kennen.
'Gelukkig zijn wij anders', zei Margo.
Dat vond Joost ook. Het was even wennen aan Margo's regime, maar het werkte. De jongens zeurden nooit ergens om en hadden geen andere wensen dan de meest redelijke. Alleen verjaardagen werden lastig. omdat ze op het moment dat ze het wilden, kregen wat ze wilden en het uitstellen van bevrediging hen nooit was aangeleerd.
‘Misschien wordt dat later een probleem’, zei Joost.
‘Dat lossen hun vrouwen dan wel op.’
Ze bestelden Grieks omdat het een speciale dag was en omdat Margo dat lekker vond. Ze aten in de enorme keuken, die twee keer zo groot was als de woonkamer in Joosts ouderlijke huis. Het was een keuken waar in derde-wereld-landen familie's van vier generaties woonden.
'Als je me niet gelooft, kijk je maar eens in de laatste National Geographic. Daar staan foto's in die het bewijzen.'
Sven lachte hem uit, want hij was niet naïef en Luca deed er een schepje bovenop door te zeggen dat ze op dat moment het eten van een half dorp in Mozambique verorberden. Soms maakte Joost zich zorgen om het spotten met de minderbedeelden, waarin zijn zoons erg bedreven waren.
'Je hebt het over je opa, want die was ook arm. Misschien niet zo arm als de armen in Afrika, maar naar Nederlandse maatstaven behoorlijk arm.’
‘Opa die niet meer leeft. Wij hebben echt wel hart voor de armen. Laatst heb ik mijn broodkorsten aan Kitty gegeven.'
Luca lachte en Margo vroeg wie die Kitty was.
'De enige arme op onze school. Voor de rest zit iedereen er warmpjes bij.'
'Onze voormalige school', zei Luca en de lacherige stemming van de jongens was verdwenen.
'Ja, overmorgen beginnen jullie op je nieuwe school', zei Margo. 'Hebben jullie er zin in?'
'Wat denk je zelf?’
Joosts vader had dat een brutaal antwoord gevonden en hij had een mep kunnen verwachten, maar de tijden waren veranderd en nu waren het de kinderen die de normen bepaalden. Er werd niet gemept en brutaliteit was assertiviteit. Margo vond dat kinderen alles mochten zeggen en Joost had er zich bij neergelegd. Margo reageerde door over zichzelf te beginnen, haar favoriete onderwerp, zoals de jongens vaak zeiden.
'Ik heb er erg veel zin in. Vorige week was niet echt een werkweek, want toen heb ik geen lange dagen gemaakt en was ik de hele dag aan het overleggen. Maandag gaat het beginnen en wacht maar niet met eten, want ik heb geen idee wat er allemaal op me af komt.'
Dat had ze natuurlijk wel, maar een van de voorrecht van haar absurde salaris was het recht om haar eigen werktijden te bepalen en voor Margo betekende dat het eerste verschijnen en het laatste verdwijnen. Het had een gezinsgrapje opgeleverd. Wat is het verschil tussen mama en de conciërge? De conciërge hoeft nooit het licht uit te doen. Margo was voor de jongens een onuitputtelijke bron van gespot en flauwe grappen, maar ze vond het niet erg. Respect kreeg ze al genoeg op haar werk.
Gebeurtenissen zijn zeldzaam in een mensenleven, hoewel er een paar onvermijdelijk zijn. Geboorte, betekenisvolle verenigingen en verlies. In de verhalen wordt de betekenis van een dergelijke gebeurtenis onderzocht
Korte verhalen, 130.000 woorden
2019
© Dion Delahaye
diondelahaye@gmail.com